It’s a stunner of a record and it is! ‘Naamu’ by Teun Creemers is an unparalleled mix of jazz, West African music and funk, which, as a debut album, immediately nestles rock-solid among all the other CDs and LPs, which are still released in large numbers in the Netherlands.
Teun Creemers gained fame as the bass guitarist in De Raad van Toezicht, another band that certainly does not worship borders in music. Although Naamu mainly emphasises various styles in West African music, Creemers’ treatment of bass guitar clearly shows how much he also considers areas such as jazz, punk, improv, rock and groove to be part of his area of expertise. The end result of Naamu describes the leader as Malinke Groove Jazz and that is perhaps the best definition of this inescapable music.
Normally, western ears like ours would be turned upside down by the immense mountain of complex rhythms that African music by definition contains. But this is not the case on Naamu, as Teun Creemers meticulously ‘anoints’ these ears with a one-handed plucking technique on this African harp, based on the kora. Add to this the endless repetitions in rhythms and vocal parts and you are settled for hypnotic sounds.
The way Teun Creemers handles his bass guitar is not new. It is particularly common in pop and world music, and to a lesser extent in jazz too. But the way he fits his playing into this stunning mix of musical cultures is new. His phrasing is tightly measured, polyrhythmic, interpunctual and is often woven through the overall product like a melody. The overall sound on Naamu is orchestral – no wonder because of the large instrumentation – but in the middle of it, Teun Creemers’ bass guitar forms a crater in which lava pops out of the speakers with waves.
The experience Teun Creemers has gained in all kinds of bands (and directions), he monetises two hundred per cent here. This is partly thanks to the list of Dutch musicians he has assembled: alto and tenor saxophonist Miguel Boelens, tenor saxophonist Jesse Schilderink, bass clarinettist Mete Erker, percussionist/drummer Antoine Duijkers, drummer/percussionist Yoran and Yaniv Vroom, percussionist Yannick van ter Beek and certainly guitarist Teis Semey. The rest of the line-up of 21 musicians is made up of men and women from Mali.
Their contribution, apart from in the Netherlands, was recorded in studios in France, the United States and Mali. This circumstance naturally also ensures that the atmospheres that adorn the album are very different from one another. With the end result being a thick point: Naamu is a hybrid of raw jazz, hallucinatory West African sounds, zingy grooves and poetry. The latter especially in the lyrics, which are sung in Bambara, one of the West African languages and therefore unintelligible. But the unity Teun Creemers forges in the music on Naamu that is entirely his own is universal. You don’t need to understand lyrics in some cases to feel that they too are an essential contribution to music from the college of creativity, fantasy and craftsmanship.
And for those for whom all the above is not yet convincing enough, they only need to play Naamu’s first track, A Nyininka, with a yearning bass line by Teun Creemers. Then it becomes abundantly clear that that yearning beats the rest of the album’s seven pieces, as sublime as they are convincing.
Original language (dutch):
Het is een knaller van een plaat en dat is het! ‘Naamu’ van Teun Creemers is een ongeëvenaarde mix van jazz, West-Afrikaanse muziek en funk, die als debuutalbum zich meteen rotsvast nestelt tussen alle andere cd’s en lp’s, die nog altijd in groten getale in Nederland uitkomen.
Teun Creemers verwierf bekendheid als basgitarist in De Raad van Toezicht, ook al zo’n band die grenzen in muziek zeker niet vereert. Hoewel Naamu vooral de nadruk legt op diverse stijlen in West-Afrikaanse muziek, is in de behandeling van Creemers’ basgitaar duidelijk te horen hoezeer hij ook terreinen als jazz, punk, impro, rock en groove tot zijn vakgebied rekent. Het eindresultaat van Naamu omschrijft de leider als Malinke Groove Jazz en dat is wellicht de beste definitie van deze onontkoombare muziek.
Normaal zouden westerse oortjes als de onze horendol worden van de onafzienbare berg complexe ritmes die Afrikaanse muziek per definitie in zich bergt. Maar op Naamu is daar geen sprake van omdat Teun Creemers op uiterst fijnzinnige wijze de bedoelde oortjes ‘zalft’ met op de korabespeling gebaseerde tokkeltechniek die met één hand op deze Afrikaanse harp wordt uitgeoefend. Voeg daarbij de eindeloze herhalingen in ritmes en zangpartijen en je wordt afgerekend op hypnotiserende klanken.
De manier waarop Teun Creemers zijn basgitaar behandelt is niet nieuw. Met name in pop- en wereldmuziek komt die vaker voor, in jazz in mindere mate ook. Maar zoals hij zijn spel inpast in deze verbluffende mengeling van muziekculturen is wél nieuw. Zijn frasering is strak afgemeten, polyritmisch, interpunctueel en is vaak als een melodie door het totaalproduct heen geweven. De totaalklank op Naamu is orkestraal – geen wonder door de grote bezetting – maar in het midden ervan vormt Teun Creemers’ basgitaar een krater waarin lava met golven uit de luidsprekers knalt.
De ervaring die Teun Creemers in allerlei bands (en richtingen) heeft opgedaan, maakt hij hier voor tweehonderd procent te gelde. Dat is mede te danken aan het lijstje Nederlandse musici dat hij heeft samengesteld: alt- en tenorsaxofonist Miguel Boelens, tenorsaxofonist Jesse Schilderink, basklarinettist Mete Erker, percussionist/drummer Antoine Duijkers, drummer/percussionist Yoran en Yaniv Vroom, percussionist Yannick van ter Beek en zeker ook gitarist Teis Semey. Voor de rest van de in totaal uit 21 musici bestaande bezetting tekenen mannen en vrouwen uit Mali.
Hún inbreng werd behalve in Nederland opgenomen in studio’s in Frankrijk, de Verenigde Staten en Mali. Die omstandigheid zorgt er uiteraard ook voor dat de sferen die het album sieren, onderling heel verschillend zijn. Met als eindresultaat een dikke punt: Naamu is een kruidvat van rauwe jazz, hallucinerende West-Afrikaanse klanken, zinsbegoochelende grooves en poëzie. Dit laatste vooral in de teksten die in het Bambara, een van de West-Afrikaanse talen worden gezongen en daardoor onverstaanbaar zijn. Maar de eenheid die Teun Creemers smeedt in de muziek op Naamu die helemaal van zijn hand is, is universeel. Teksten hoef je in sommige gevallen niet te verstaan om te kunnen voelen dat ook zij een wezenlijke bijdrage leveren aan muziek uit de hogeschool van creativiteit, fantasie en vakmanschap.
En voor wie al het bovenstaande nog niet overtuigend genoeg is, hij of zij hoeft alleen maar het eerste nummer van Naamu te draaien, A Nyininka, met een hunkerende baslijn van Teun Creemers. Dan wordt overduidelijk dat die hunkering slaat op de overige zeven stukken van de plaat, even subliem als overtuigend.
By Rinus van der Heijden